Het Joodse leven rond de Sneker Veemarkt
Enkele herinneringen van Nienke Hoekema
Op de Korte Veemarktstraat woonden voor de oorlog mijn ouders achter het café “De Veehandel” van Reen (nu Vellinga).
Daarnaast was het café van de familie Van Gorkum. Daar weer naast zat het café van de Joodse familie Pino met hun dochter Lientje. Zij was geboren in 1931 en speelde vaak met mijn oudste broer. Ik ben daar in 1935 geboren. Toen het steeds kritieker werd voor Joden vroeg Pino of hij ’s nachts bij ons kon slapen. Nu, een bed op zolder en hij kwam dan als wij al sliepen, want ze waren bang dat ik het buiten zou vertellen. Na die eerste nacht hoorde ik hoesten. Ik het bed uit en naar mijn ouders, die mij verteld hadden dat daar de dienstbode sliep. Ik zei “die dienstbode hoest als een man en ze heeft geen haar”.
Dat werd Pino te benauwd en hij durfde het niet meer aan.
Mijn vader had ook veel contact met de vader van Jack de Wilde en slachtte wel voor hem. Ik heb altijd een goede band met Jack en nu nog steeds met zijn dochters gehad. Ze hadden een mooie slagerij in de Kleine Kerkstraat. Het was er altijd blinkend schoon.
Jack en zijn zuster Eva moesten vaak achter de snijmachine in de slagerij.
Op het Hoogend had je de gezusters Pino. Ze hadden een winkeltje en waren beroemd om hun fijne eierkoeken. Mijn grootouders woonden naast hun in het kleine huisje in het Zuidend (nu garage van De Boer).
Mijn opa, Frans Faber, heeft heel veel voor de dames gedaan en ik vind het mooi dat ze worden herinnerd met de ‘stroffelstienen’ op het Hoogend en de Veemarkt.
De stenen op de Veemarkt waren bijna verkeerd geplaatst, dit zou voor café Vellinga. Ik ben daar snel achteraan gegaan en nu zijn ze op de goede plek geplaatst. Ik vind het nog erg hoe die goede mensen aan hun einde kwamen in Auschwitz.
Op de Stationsstraat woonde de familie Kuijt, naast dokter Ubbens. Daar heb ik nu nog een keukenkast van. Ik kwam later wel bij de familie Velleman in de Emmastraat. Zij hadden een oud-ijzerhandel aan de overkant van de Geeuw aan de IJlsterkade. Ze vertelden mij dat ze jaren ondergedoken zaten bij de familie De Rapper op zolder in de Kruizebroederstraat. Die hadden een muziekwinkel “Het huis met de notebalk”.
Hier op de Geeuwkade, naast de huidige dansschool was een serre (nu garage van Kruis). In die serre woonden twee Joodse mannen. Die hadden een klein poedelhondje.
Dit hondje blafte ’s nachts toen Duitsers hun zochten. Ze werden betrapt, zijn meegenomen en ook nooit meer teruggekeerd…
Ik hoop dat deze herinneringen een bijdrage zijn voor het aanstaande boek.
Sneek, april 2012
Nienke Hoekema
Geeuwkade 52 SNEEK